Lange velden en akkers vliegen traag aan me voorbij. De snelheid
van de trein maakt dat de landschappen lang worden gerekt. De bolling van het
glas met daarop ‘stilte’ maken de huizen nog platter op de grote akkers.
Ver van huis besef ik dat dit
ook het Nederland is zoals ik het ken. En herken. Een land zonder bergen, enkel een vlakte. Dit is voor mij het vrije land.
Geen grenzen te zien van hoge bedrijfsgebouwen, geen langs razend verkeer van
auto’s, bussen en groot transport. Geen uitlaatgassen. Alleen gassen van de
koeien in de wei.
Als ik zo door
dit Nederland rijd, zie ik de hand van ons. Van Nederlanders. Van de mens. Overal zijn we
geweest. Hebben iets aan het uiterlijk van ons land veranderd. Het land is te
klein, of de bevolking is te groot, om ook maar een uithoek van het te bewerken
land onbewerkt te laten. Overal wordt geteeld, gebouwd en verbouwd.
En dan rijd de trein door een klein dorp. Het verkeer dat zich wil verplaatsen over wegen wordt tegengehouden door omlaag staande slagbomen. Wachtende mensen in ronkende auto's. En dat op de vroege zaterdag. Ook dan moet er gewerkt worden in deze dorpen. Het werk op het land gaat gewoon door. Het land wacht niet.

Geen opmerkingen:
Een reactie posten