Woensdagochtend
slinger ik mijn fiets tussen de kleine kinderfietsjes en grote mensen
Bugaboo’s met uitpuilende fietstassen door. Op naar de orthodontist. Jep, je
leest het goed. Deze nét dertig jarige vrouw op weg naar een nieuw leven met
prachtige tanden. Over de periode daartussen had ik tot die fietstocht, en het
moment dat ik weer op de fiets sprong, nog niet nagedacht.
Een prachtige
glimlach. Vol met enthousiasme, niet nadenkend over hoe ik me voel bij de
aanblik van anderen bij het zien van die mislukte elf-op een rij wedstrijd in
mn mond. Dat is wat ik al jaren ambieer, en welke droom ik wil naleven.
Eerder kwam het
er niet van. Mijn vroegere tandarts sprak bij de aanblik in mijn mond altijd
van ‘keurige, gezonde tanden’. Ingrijpen in een gezond lichaam, ter bevordering
van de esthetiek, is iets wat er bij ons thuis niet werd ingeramd. Geen
probleem, vond ik toen.
Een irritant
tandje dat steeds meer naar achter ging staan tijdens mijn studententijd, en
waarachter de pizzaresten steeds vaker terug te vinden waren, brachten mijn
eerste twijfels. En natuurlijk die dagelijkse aanblik in de spiegel, en de
hedendaagse selfies (die ik het liefste ontwijk). Waarom ik nooit op
vakantiefoto’s te vinden ben? Ik vind het leuk om zelf achter de camera te staan..
De tandarts deed
de emmer overlopen met de opmerking ‘dat er, als ik er niets aan zou laten
doen, mijn ondertanden niet mijn veertigste verjaardag zouden halen’. De
oplossing: een beugel.
Nog altijd woensdagochtend.
Lig ik natuurlijk met m'n bek vol tanden de ortho aan te staren terwijl zij met
allerlei apparatuur legoblokjes aanbrengt. Ik hoop dat ze iets van die
Yengablokken in mijn mond kan gaan maken!
Voor het eerst
kijk ik in de spiegel, en schrik me rot. Tja, die prachtige tanden gaan er
wellicht komen. Nu is het vooral rampzalig wat ik aantref. Schrik dus niet als
je me ziet. En blijf vooral praten; ik houd mijn mond voorlopig even.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten