maandag 1 oktober 2012

Gedachtes worden geboren door een vloed aan woorden



Nadenken en praten gaan hand in hand. Of eigenlijk gedachte in woord. Het is een combinatie van woorden die soms niet los van elkaar kunnen worden gezien als je samen wilt leven. Je moet en wil elkaar leren kennen door te praten, door de gedachten van de ander te ontmoeten, door te weten te komen wat de ander denkt. Woorden, zinnen, horen en luisteren wat de ander daarop te verwoorden heeft zijn noodzakelijke elementen in een relatie. Niet voor elkaar invullen, maar laten uitspreken. Gedachtes worden geboren door een vloed aan woorden.

Praten en denken zijn twee woorden die met elkaar verbonden zijn. Soms als een combinatie in te trant van ‘ het kip en het ei’, of ‘oorzaak en gevolg’. Maar soms ook als ‘het peper en de zout’, of ‘Rutte en Samsom’; een twee-eenheid die niet zonder de ander kan bestaan. Een gesprek vindt plaats omdat er wordt nagedacht over een onderwerp, en tegelijkertijd wordt de gedachte gevoed doordat er over wordt gepraat. Door met elkaar te praten in een relatie leer je de ander kennen; weten wat er speelt, wat de ander voelt, waar hij aan denkt. Zonder die gedachtes uit te spreken, waar ze dan ook over mogen gaan – over wat er eerder was ‘de kip of het ei?’, wat je straks op je boterham gaat smeren of waarom je toch altijd twee ongelijke sokken overhoudt na een was – kan je je niet aan een ander laten zien. Zal de ander je niet helemaal kunnen kennen. Je niet kunnen ontrafelen tot het diepste blaadje van de spreekwoordelijke ui, of roos.

Uiteindelijk, als er eindeloos gepraat (en geluisterd!) wordt naar je denkpatronen door de persoon aan de andere kant van de communicatieve lijn, kan het gebeuren dat deze persoon woorden voor je gedachtes gaan invullen. Hij gaat jou vertellen wat jij denkt. Vertelt jou wat er in je hoofd rondspookt. Zinnen,  woorden en letters die voorheen gevormd werden door jou lippen en tong en spraak, worden uitgesproken door de persoon tegenover je. De combinatie ‘gedachtegang en woord’ is in dit geval geen oorzaak en gevolg meer, of een twee-eenheid, maar een substituut. Het een kan door het ander worden ingevuld. Tenminste, dat is wat de ander denkt. Want let op: hoe duidelijk je je eigen hersenspinsels ook verwoord, een ander kan nooit denken wat jij denkt, nooit de exacte woorden vinden voor wat er door jou hersenpan gaat. 

Geen opmerkingen: