donderdag 17 november 2016

Slakdag


Dagen waarop je het niet meer weet. Weet wat je een uur geleden deed, waaraan je dacht toen je opstond en wat je hebt gegeten. Ook precies zo’n dag waarop niets gaat zoals jij wil, en alles gebeurd zoals jij het niet wil. 

Weer geen ontbijt op bed. Opnieuw geen fantastische haardag. En ook geen stiekeme glimlach rond mijn mond. Waar is m'n dag nu weer mee begonnen? En gaat m'n dag ook met zichzelf - en zonder mij - weer naar bed? 

De dag lijkt precies een slak die door zijn eigen gemaakte slijm voorbijtrekt. Werd mij vorige week duidelijk toen ik Het Klokhuis keek. Deze dag is bijna naar z'n einde geslijmd. Nu op weg naar morgen. Ga er vanuit dat ik met een grote smile mijn bed uit stap. Twee van deze slakdagen zijn niet aan mij besteed. Ga ik liever de spin uithangen achter de geraniums. Of misschien wel avontuurlijk buiten een web bouwen.

woensdag 6 april 2016

Zeeland

Lange velden en akkers vliegen traag aan me voorbij. De snelheid van de trein maakt dat de landschappen lang worden gerekt. De bolling van het glas met daarop ‘stilte’ maken de huizen nog platter op de grote akkers.

Ver van huis besef ik dat dit ook het Nederland is zoals ik het ken. En herken. Een land zonder bergen, enkel een vlakte. Dit is voor mij het vrije land. Geen grenzen te zien van hoge bedrijfsgebouwen, geen langs razend verkeer van auto’s, bussen en groot transport. Geen uitlaatgassen. Alleen gassen van de koeien in de wei.

Als ik zo door dit Nederland rijd, zie ik de hand van ons. Van Nederlanders. Van de mens. Overal zijn we geweest. Hebben iets aan het uiterlijk van ons land veranderd. Het land is te klein, of de bevolking is te groot, om ook maar een uithoek van het te bewerken land onbewerkt te laten. Overal wordt geteeld, gebouwd en verbouwd.

En dan rijd de trein door een klein dorp. Het verkeer dat zich wil verplaatsen over wegen wordt tegengehouden door omlaag staande slagbomen. Wachtende mensen in ronkende auto's. En dat op de vroege zaterdag. Ook dan moet er gewerkt worden in deze dorpen. Het werk op het land gaat gewoon door. Het land wacht niet.



maandag 1 februari 2016

Met de bek vol tanden

Woensdagochtend slinger ik mijn fiets tussen de kleine kinderfietsjes en grote mensen Bugaboo’s met uitpuilende fietstassen door. Op naar de orthodontist. Jep, je leest het goed. Deze nét dertig jarige vrouw op weg naar een nieuw leven met prachtige tanden. Over de periode daartussen had ik tot die fietstocht, en het moment dat ik weer op de fiets sprong, nog niet nagedacht.

Een prachtige glimlach. Vol met enthousiasme, niet nadenkend over hoe ik me voel bij de aanblik van anderen bij het zien van die mislukte elf-op een rij wedstrijd in mn mond. Dat is wat ik al jaren ambieer, en welke droom ik wil naleven.
Eerder kwam het er niet van. Mijn vroegere tandarts sprak bij de aanblik in mijn mond altijd van ‘keurige, gezonde tanden’. Ingrijpen in een gezond lichaam, ter bevordering van de esthetiek, is iets wat er bij ons thuis niet werd ingeramd. Geen probleem, vond ik toen.

Een irritant tandje dat steeds meer naar achter ging staan tijdens mijn studententijd, en waarachter de pizzaresten steeds vaker terug te vinden waren, brachten mijn eerste twijfels. En natuurlijk die dagelijkse aanblik in de spiegel, en de hedendaagse selfies (die ik het liefste ontwijk). Waarom ik nooit op vakantiefoto’s te vinden ben? Ik vind het leuk om zelf achter de camera te staan..
De tandarts deed de emmer overlopen met de opmerking ‘dat er, als ik er niets aan zou laten doen, mijn ondertanden niet mijn veertigste verjaardag zouden halen’. De oplossing: een beugel.

Nog altijd woensdagochtend. Lig ik natuurlijk met m'n bek vol tanden de ortho aan te staren terwijl zij met allerlei apparatuur legoblokjes aanbrengt. Ik hoop dat ze iets van die Yengablokken in mijn mond kan gaan maken!

Voor het eerst kijk ik in de spiegel, en schrik me rot. Tja, die prachtige tanden gaan er wellicht komen. Nu is het vooral rampzalig wat ik aantref. Schrik dus niet als je me ziet. En blijf vooral praten; ik houd mijn mond voorlopig even.

maandag 11 januari 2016

Licht in de duisternis


Licht in de duisternis. Of is het 'waar het licht opvalt. Wat mij opvalt als ik in het licht sta, is dat de wereld mij anders ziet. Ik de wereld niet zozeer. Die blijft ook in het duister - want ik sta in het licht - hetzelfde. Bovendien probeer ik mijn oordeel over de wereld uit te stellen. Wat zegt licht, en wat zegt donker? Ik ga het onderzoeken. Of met een zaklamp. Of met een zonnebril.



woensdag 6 januari 2016

Warme trui

Gedachten hangen als losse
draadjes aan elkaar
Samen vormen ze de trui
die me warm houdt.