Op de hoek van de
Ritzemabosweg en de Oude Eekmolenweg. Daar achter het inmiddels groene, en
stevige hek staat mijn school. Ook al kom ik er al jaren niet meer, het blijft
mijn school. Niet altijd is deze plek de locatie van de basisschool geweest; tijdens
mijn zorgeloze kleutertijd lag de school aan de Harnjesweg en zodoende nóg
dichter bij huis. Van de verhuizing kan ik me overigens nog herinneren eraan
mee geholpen te hebben door het verslepen van houten schoolbankjes. En daarnaast
werden we in het nieuwe gebouw getrakteerd met nieuw spel- en leermateriaal,
waardoor ik thuis een verzameling heb van de oude aap-noot-mies bordjes.
In het nieuwe gebouw wordt,
tijdens mijn zesde leergang, het 75-jarig bestaan van de school gevierd. Binnen
het thema ‘Cowboys en Indianen’ mag iedereen verkleed komen. Leerlingen,
juffen, meesters, ouders, opa’s en oma’s. Ook ik ga verkleed. Om mijn armen en
benen dansen kleurige rafeltjes van mijn indianenpakje dat mijn moeder zelf
heeft gemaakt. Ook heeft ze mijn haar, en dat van mijn vriendinnetje met kleine
vlechtjes gevlochten. Echte kleine Pocahontasjes voelden we ons.
Het feest bevindt zich op
‘het grote schoolplein’, want er is ook een ‘klein schoolplein’ dat gelegen is
aan de voorkant (of Ritzemabosweg-kant) van de school. In het overdekte fietsenhok,
achteraan het grote schoolplein zijn ruimtes ingericht voor verschillende
spellen. Zo kan er gehengeld worden naar eenden. Kleine, gele plastic eendjes
wel te verstaan. En een hengel met een magnetisch haakje. Ook is er de
mogelijkheid om te schieten op ballonnen, met een geweer met plastic balletjes.
Om een uur of twaalf, als
de zon zich steeds meer laat zien, worden alle kinderen en volwassenen bij
elkaar geroepen door de bel van de conciërge. Hoewel leerlingen in het begin
moesten wennen aan het uiterlijk van deze man, zijn ze gek op hem. Conciërge M.
draagt zijn zwarte haar in een hanenkam, heeft in beide oren tig zilveren
oorbellen en ook in zijn neus draagt hij een ring.
Zijn gespierde arm luidt
de bel, en iedereen komt om het podium staan dat naast de enige boom op het
plein is neergezet. Een paar blokken zijn van zolder gehaald (de blokken die
normaal gesproken iedere maand voor het podiumfeest gebruikt worden) en in een
vierkant geplaatst. Uit de gettoblaster klinken de klanken van een
country-lied, waarna moeders in cowboykledij het podium betreden. Een aantal
leerlingen herkent zijn of haar moeder en schaamt zich. Anderen juichen de
danseressen toe. De mama’s gaan in een rij staan, en proberen het publiek de
dans aan te leren. Voetje naar voren, een klap in de handen, voetje naar
achteren, draai. Niet moeilijk, maar toch niet gemakkelijk om te leren als je
zo verbaasd bent dat ook je eigen moeder er tussen danst. En hoe!
De lunch is natuurlijk
geheel om het thema heen gebreid. Of beter: gebakken. Want zo zijn er
Amerikaanse hamburgers die je zelf mag beleggen. Achter de barbecues staan
vaders die voor het schoolfeest een vrije dag hebben opgenomen. Een advocaat
staat tussen een fietsenmaker, en een papa die op de feestdag al zijn papa-dag
zou hebben en dus sowieso tijd voor zijn kinderen zou hebben. Mannen die elkaar
anders niet zo snel zouden ontmoeten, hebben de grootste pret boven het vlees.
Zo zijn er dus veel
verschillende activiteiten op het feest, maar er is een grote aandachtstrekker.
Op het grote schoolplein staat in het midden een springkussen met een
zogenaamde wilde stier. Eigenlijk een groot stuk hard plastic met daarover een
stuk leer met een stierenhoofd. Om beurten mogen leerlingen op de stier
plaatsnemen en bedient een man achter een kastje knoppen om de stier te laten
bewegen. Maar nog leuker dan er zelf op te mogen zitten, is te kijken naar een
meester of juf die op het wilde beest plaats wil nemen. Zo ook mijn meester, meester
L. Vier jaar is hij mijn leerkracht geweest, omdat hij met mij meegroeide. En
met de rest van mijn kleine – want slechts 11 leerlingen tellende – klas.
Als meester L. op de
stier plaatsneemt, zie je de hoofden van leerlingen, ouders die meehelpen op de
feestdag en andere leerkrachten naar het midden van het grote plein gaan. De
stierenman achter het kastje richt zijn volledige aandacht op het beest en zijn
bereider. Langzaam wordt de mannelijke koe in beweging gebracht, maar al snel
draait hij sneller en sneller om zijn as. Meester L. probeert zich met zijn
linkerhand goed vast te houden aan de teugels, en houdt zijn rechterhand stoer
op zijn cowboyhoed die schuin op zijn hoofd staat. De man achter de knoppen kan
zijn enthousiasme niet inhouden, en drukt met zijn vingers op van alles. Dan vliegt
meester L. met een grote boog van de stier en beland op het kussen. Iedereen op
het plein juicht, en schreeuwt. Mijn meester. De held van het geweldige,
memorabele, feest op mijn school.